In den beginne, toen diamanten uit India kwamen, werden ze minimaal bewerkt en opgepoetst voordat ze in sieraden werden gezet. Je had het ‘puntslijpsel’ en het ‘tafelslijpsel’, maar de volgende stap in het slijpen van diamant was het roos-slijpsel, deze slijpvorm werd immens populair en bestaat nog steeds. Waar briljantgeslepen diamanten fantastisch schitteren, hebben roosdiamanten een subtielere, zwoele glans. Roosdiamanten glimmen op een heel dromerige en bijna feeërieke manier.
Roosgeslepen diamanten hebben een platte onderkant en een bolle bovenkant. Net als bij alle andere slijpvormen werden roosdiamanten geslepen naar aanleiding van de vorm van de diamant zoals die uit de aarde komt. De bolle kant wordt geslepen in een variërend aantal driehoekige facetten die ervoor zorgen dat de roosgeslepen diamant enorm glinstert en glittert. In de 18e eeuw werden diamanten ontdekt in Brazilië en kwamen goede kaarsen beschikbaar voor iedereen, en zo werden juwelen met diamant nog populairder bij de rijken. Niks schitterde beter bij kaarslicht dan een roosgeslepen diamant.
De diamantcentra in Amsterdam en Antwerpen produceerden de beste roosgeslepen diamanten – zo was er de “Nederlandse roos”, die iets een complexer ontwerp van had, met driehoekige facetten per zes gegroepeerd. Het superieure schijnsel van de roosdiamant met zijn grote oppervlak was gedurende de hele 18e eeuw populair en terwijl nieuwe zettechnieken werden ontdekt en ook andere slijpvormen in zwang kwamen, was er halverwege de 19e eeuw een opleving voor de betere, extreem goed geslepen Belgische en Nederlandse roosdiamanten. Daarbij werd rond 1900 patent aangevraagd voor het Amerikaanse roosslijpsel, waardoor mensen ook daar enthousiast werden over de roosdiamant.
Als antiekwinkel in Amsterdam hebben wij altijd roosdiamanten. In onze gouden en zilveren clusterringen en solitairringen maar ook in onze oorhangers, armbanden en hangers – we zijn dol op roosgeslepen diamanten. Ze hebben karakter, ze ademen geschiedenis en wij geloven dat elke liefhebber van antieke sieraden er (tenminste) één moet hebben.